Beroepskeuze wordt vaak gedaan op concrete termen: ‘ik wil electriciën, kweker, verpleegkundige of receptionist worden’, hoor je dan.
Niet alles ligt meer zo duidelijk: beroepen veranderen, er worden nieuwe vaardigheden verwacht, een veranderde beroepshouding.
Daarnaast is ook de context waarin je werkt van belang. Iedere sector kent zijn eigen typische cultuur. Je kunt boekhouder worden in de toeristen- , technische- , zorg- of groene sector. Zo maar vier sectoren met ieder hun speciale sfeer, werkwijze, verwachtingen en ontwikkelingen. Hoe kom je er nu achter wat bij jou past?
Met een beroepspresentatie geven we leerlingen een inkijkje in een functie, een beroep in een bepaalde context. Leerlingen krijgen bij allerlei beroepsmogelijkheden en sectoren meer beeld. Ze maken nog geen keuze maar krijgen wel zich op wat een beroep inhoudt, wat de cultuur in een sector is, welke vaardigheden en houdingsaspecten hoort bij een beroep, wat het werken leuk maakt én ook welke uitdagingen het biedt. De presentatie wordt gegeven door een ondernemer of medewerker van een bedrijf.
In het tweede of derde jaar voortgezet onderwijs zijn de leerlingen 14 of 15 jaar. Dit betekent dat ze nog heel breed aan het verkennen zijn. Veel leerlingen hebben nog geen flauw idee wat ze willen worden. De keuze voor de school is vaak omdat de school in de buurt ligt, het een leuke school lijkt, vriendjes/vriendinnetjes naar deze school gaan etc. Soms is de keuze gerichter omdat een leerling bijvoorbeeld al heel jong laat zien dat zij technisch handig is of hij het ‘zorg-gen’ heeft.
Vooraf wordt doorgesproken voor welk niveau de presentatie wordt gehouden. Binnen het vmbo zijn drie niveaus: basis, kader en gl/tl (mavo). Het kan ook havo of vwo zijn. We zorgen voor een presentatie over een beroep welke aansluit bij het niveau van de leerling. Als leidraad geven wij mee het niveau niet te overschatten. De ervaring leert dat wij al snel vaktermen gebruiken of een abstractieniveau hanteren wat ‘over de hoofden’ van de leerlingen heen gaat.
Kernwoorden voor uw presentatie
- ‘KIS’: Keep it simple
- Leren door zien: een kort filmpje, beelden, produkten/werkmateriaal/bedrijfskleding laten zien
- Leren door doen en ervaren: laat de leerlingen iets doen, bekijken, miniworkshopje
Iedere vorm is goed, om u handvatten te geven geven we hieronder een voorbeeld:
Begin met een vraag, bijvoorbeeld: ‘iemand wel eens gehoord van een ……….. (noem vakterm, gereedschap, beroep)’ of ‘wie kent iemand die………..(beroep) is?’ of ‘wat denk je dat de belangrijkste vaardigheid van een………(functie) is?’.
Of begin met een goed verhaal: toen ik 14 was………………, bij mij in de straat woonde een…………….., gister heb ik genetflixd, ik keek naar………… (metafoor, vergelijking, inleiding beroep/sector)
Na een inleiding van een paar minuten een kort filmpje waarin de sector duidelijk wordt, waarin je verschillende beroepen in een bedrijf ziet.
De kern van de presentatie: over welk beroep heb je het, belicht zoveel mogelijk aspecten (inhoud, benodigde kennis/vaardigheden/houdingsaspecten, wat maakt het gaaf, wat voor persoon ben je als je dit beroep gaat doen, welke opleiding heb je gedaan, stages etc……………..) Verdiensten liefst in algemene zin en verleidt leerlingen vooral tot kiezen met je hart wat niet geleidt wordt door € €.
Laat produkten, beelden, plaatjes zien en vertel er over. Vragen stellen kan erg leuk zijn, verwacht niet teveel van de antwoorden. Vragen zetten leerlingen wél aan het denken!
Het is erg leuk wanneer het mogelijk is de leerlingen iets te laten doen: een beroepshandeling, een miniworkshop. De contactpersoon van de school kan eventueel helpen.
Sluit af met de gelegenheid voor de leerlingen om vragen te stellen. Help ze door te vragen: wat is gaaf aan dit beroep? En ook, wat is helemaal niet leuk aan dit beroep? Positief eindigen 😊
Tot slot
Wij begrijpen dat dit geen core-business is voor u en zijn altijd bereidt u te ondersteunen. U kunt ons bereiken via www.oadb.nl of de school.
U investeert in de medewerkers van de toekomst!